De Historie van het Apollofirst Boutique Hotel in Amsterdam

Het viersterren Apollofirst Boutique hotel is gevestigd in drie statige panden aan de Apollolaan in het elegante stadsdeel Zuid, nabij het Centrum en op loopafstand van het Concertgebouw, het Rijks- Stedelijk- en van Gogh-museum. De Apollolaan  geldt als de meest prestigieuze laan van de stad met zijn vele prachtige oude bomen, mooie perken en ruime wandelpaden. Met de bouw van de eerste panden op de laan is begonnen aan het begin van de twintiger jaren van de vorige eeuw.

De meeste panden werden gebouwd in de Amsterdamse schoolstijl en vaak opgeluisterd met ornamenten van de beroemde Nederlandse stadsbeeldhouwer Hildo Krop die leefde van 1884 tot 1970. Ook kan men, wandelend door de buurt, als in een openluchtmuseum, genieten van veel van zijn beeldhouwwerken.
Om de hoek van de Apollolaan bevindt zich de Beethovenstaat met mooie winkels en goede restaurants.

*Het Apollofirst Boutique hotel vond, lang voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, zijn oorsprong in een pand op nummer 123 waarin door de familie Gustav Joseph het “Apollo Huis” werd gevestigd. Een pension voor grotendeels Joodse gasten van Duitse en Oostenrijkse afkomst die hun land waren ontvlucht vanwege het alsmaar aanzwellende antisemitisme.
 

Zowel de familie Joseph als veel van hun pensiongasten werden in 1942 opgepakt door de Nazi’s en getransporteerd naar Auschwitz waar ze in datzelfde jaar allemaal de dood vonden. Daarna werd het een door de Duitsers geleid pension totdat het, na het bombardement op de Euterpestraat op 26 november 1944 (nu Gerrit van de Veenstraat geheten), door de Sicherheitsdienst werd gevorderd. Na de bevrijding was het tot zomer 1946 in gebruik als pension door de Canadezen.
 

Het naastgelegen pand nummer 125 werd bewoond door diamanthandelaar Jacques Lopes Cardozo en zijn gezin. Zij vluchtten in 1942 naar Cuba. Daarna nam SS Sturmbahnnführer Willy Lages zijn intrek In de woning tot aan het eind van de oorlog (hij werd in  1949 veroordeeld tot de doodstraf die in 1952 werd omgezet in levenslang). De panden 123 en 125 werden na de oorlog samengevoegd.
 

Vervolgens werd Lilly Meijer, filmster uit de periode van de stomme film en weduwe van Leopold Meijer, filmproducent en eigenaar van “Victoria films”, pensionhoudster van het “Apollohuis”.  In 1964 werd ze in staat gesteld beide panden aan te kopen en werd het pension verbouwd tot een hotel dat verder ging onder de naam “Apollofirst Hotel”.
 

Na haar dood in 1978 werd het Apollofirst Hotel aangekocht door Louise (Wies) Venmans. Twee jaar later werd het derde pand aangekocht. Met respect voor het verleden en in evenwicht met het heden werd het hele hotel stijlvol gerenoveerd.  In een later stadium werd het Apollofirst Theater in het hotel geboren, een schilderachtig, 55 zitplaatsen biedend klein theater. Bekende artiesten spelen er graag en bezoekers uit alle windstreken waarderen de gevarieerde programmering.

Zoon Rick Venmans nam op een goed moment de leiding over van het hotel en Louise zelf beheert nu het Apollofirst Theater.

Oprechte gastvrijheid staat al meer dan 40 jaar hoog aangeschreven in dit echte familiebedrijf.

*Bron: Atlas van een bezette Stad van Bianca Stigter